Angst: 7 nuchtere en helpende tips om ermee om te gaan

Psychologie

Angst hoort bij het leven. Het is een oeroude reactie van je lichaam om je te beschermen tegen gevaar. Heel nuttig als je oog in oog staat met een hongerige leeuw — iets minder handig als je hart begint te racen tijdens een presentatie of in de rij van de supermarkt. In deze blog nemen we je mee in 7 concrete en nuchtere tips om beter om te gaan met angst. Niet om het weg te stoppen, maar om er steviger naast te kunnen staan.

1. Stop met vechten tegen je angst

Angst willen ‘wegdenken’ werkt averechts. Hoe harder je vecht, hoe groter het wordt. Zie het als drijfzand: hoe meer je spartelt, hoe dieper je zakt. Probeer in plaats daarvan te accepteren dat angst er is, zonder er meteen iets mee te hoeven. “Oké, ik voel me gespannen. Dat is ongemakkelijk, maar niet gevaarlijk.” Klinkt simpel. Is het niet. Maar oefening helpt.

2. Vertraag je ademhaling

Angst zet je lichaam in de hoogste versnelling. Je ademhaling schiet omhoog, je spieren spannen aan. Door bewust langzamer te ademen — bijvoorbeeld 4 tellen in (via je neus) en 8 tellen uit (via je mond) — geef je je zenuwstelsel een seintje dat het oké is om te kalmeren. Het is geen tovertruc, maar het helpt wel degelijk.

“Er is geen gevaar. Je mag ontspannen.”

3. Ga in je lijf en uit je hoofd

Bij angst leven we vaak helemaal in ons hoofd. Gedachten razen door, worstcasescenario’s buitelen over elkaar heen. Wat helpt? Voelen. Gronden. Sta met beide voeten op de grond. Beweeg. Rek je uit. Stamp desnoods zachtjes met je voeten. Zo breng je jezelf terug in het hier-en-nu.

4. Relativeer met mildheid, niet met hardheid

Je kent vast de neiging om tegen jezelf te zeggen: “Doe niet zo stom. Stel je niet aan.” Dat lijkt stoer, maar het maakt het vaak alleen erger. Milde relativering werkt beter. Vraag jezelf: “Wat is het ergste dat er kan gebeuren? En als dat gebeurt, kan ik dat aan?” Grote kans dat het antwoord ja is.

5. Kijk je angst in de ogen (op jouw tempo)

Langdurige vermijding voedt angst. Elke keer dat je iets uit de weg gaat, leert je brein: “zie je wel, het was te eng.” Door stapje voor stapje te doen wat je spannend vindt, breek je die cirkel. Begin klein. Bouw op. Je hoeft het niet in één keer goed te doen.

6. Wees nieuwsgierig in plaats van veroordelend

Angst voelt als een indringer. Maar wat als je er nieuwsgierig naar wordt? Waar voel je het? Wat roept het op? Welke verhalen vertelt het je? Door met zachte nieuwsgierigheid te kijken, wordt angst iets waar je van kunt leren — in plaats van iets waar je van weg moet rennen.

7. Zoek steun (geen oordeel)

Angst kan eenzaam voelen, alsof je de enige bent die zo piekert of zich zo ongemakkelijk voelt. Spoiler: je bent dat niet. Praat erover. Met iemand die luistert zonder te fixen. En als angst je belemmert in het dagelijks leven, weet dan dat hulp vragen geen zwakte is — het is lef.

Tot slot

Angst is niet je vijand. Het is een overijverige beschermengel die soms wat te hard van stapel loopt. Je hoeft ‘m niet weg te sturen, maar je mag hem wel vriendelijk doch beslist op een andere stoel zetten. Niet aan het stuur, maar op de achterbank.

Wil je hier dieper mee aan de slag? In gesprekken kijken we samen naar wat angst je probeert te vertellen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *